Trekvogels ontvluchten de slechte omstandigheden van de winter in hun broedgebied om duizenden kilometers zuidelijker te overwinteren. Zo heb ik hier in mijn tuin al sijsjes, bijeneters, kruisbekken, kleine zwartkoppen, roodstaartjes, de vreemde hop en de prachtige putter mogen aanschouwen. Is de winter in het broedgebied voorbij dan keren ze terug. De vogeltrek wordt al eeuwen bestudeerd en heeft nog steeds niet al haar mysteries onthuld. Het fenomeen werd verklaard met het veelomvattende begrip “instinct”. Tegenwoordig weten we dat de start van de trek wordt bepaald door de interne klok die gelegen is in de hypofyse (pijnappelklier) in de hersenen. Mede onder invloed van de korter wordende dagen beinvloedt deze klok het hormonale systeem en het gedrag van de vogels. Voorafgaand aan de trek gaan de vogels “opvetten”, het verenpak ruien en ontwikkelen ze een toenemende onrust. Zijn de omstandigheden gunstig dan wordt de trek aangevangen.
In de VS noemen ze de grijze golf die iedere winter Florida overspoelt “Snowbirds”, trekvogels. En ook in Europa hebben we dit fenomeen, overwinteraars die naar de zuidelijke kusten van Europa trekken. Overwinteren aan de Costa del Sol is ontstaan in de jaren ’70. De als gevolg van de oliecrisis steeds hoger wordende kosten voor de verwarming thuis in Nederland en de opkomst van “pakketreizen” die vliegtickets veel betaalbaarder maakten waren een drijvende kracht achter de opkomst van het fenomeen overwinteren. Aan de Costa del Sol nam wijlen Cees Dros het hotel Carihuela Park/Palace over voor de pakketreizen van zijn reisorganisatie. In de winter werden hotelkamers voor bodemprijzen verhuurd, laagseizoen. Sedert de jaren ’70 is Torremolinos, maar vooral de wijk La Carihuela, een pleisterplaats voor de Nederlandse “Snowbirds”. Inmiddels is de reisorganisatie al lang overgenomen en het hotel verkocht, maar de overwinteraars blijven komen. Behalve naar de Zuidspaanse kust wordt er tegenwoordig ook overwinterd in Turkije, Griekenland en Portugal, maar mensen komen toch vaak weer terug naar Zuid-Spanje, het beste klimaat.
Dat de mens van nature geen trekdier is moge duidelijk zijn. Logistiek probleem. Wij holbewoners hadden nog geen vleugels of wielen, alleen de benenwagen. Tegen de tijd dat we opgevet zouden zijn en de trekonrust begon te kriebelen zou het maanden duren voordat we op onze plaats van bestemming in het zonnige Zuiden aankwamen. In het noordelijke broedgebied is het dan alweer bijna lente. Ondoenlijk.
Als moderne mens beschikken we echter over wielen en zelfs vleugels. Opvetten doen we gewoon het hele jaar door, en als de dagen korter worden besluiten velen van ons naar het Zuiden te (ver)trekken. Buurvrouw in Nederland doet de plantjes, haalt af en toe de post weg achter de voordeur en de overwinteraar zit prinsheerlijk in zijn vaste appartementje aan de Costa del Sol. De eerste overwinteraars, die van de jaren ‘70 en ’80, waren vaak gepensioneerden, veelal afkomstig uit de zogenoemde arbeiderswijken in de grote steden. Hun hele leven hard gewerkt, pensioen, dus vrij om te gaan en staan waar ze wilden, en zonder uitzondering een hekel aan “die Nederlandse rotwinter”. Het is nogal wat, zeker in die jaren was Zuid-Spanje ver weg, en deze groep mensen waren in het algemeen geen doldrieste avonturiers. Sterker, vóór hun pensioen waren velen nog nooit in het buitenland op vakantie geweest, in die tijd een normale zaak. Spanje, de Spaanse cultuur of gastronomie konden meestal niet op een speciale belangstelling rekenen, het liefst at men “Hollandse pot” in bijvoorbeeld “het Karrewiel”, The Flying Dutchman” of “Hans en Grietje” daarna ging men naar een Hollandse bar met Hollandse muziek. Veruit de belangrijkste reden dat men naar Spanje kwam was het klimaat. Deze eerste overwinteraars waren pioniers. Maanden weg van huis en haard, in een vreemd land, zeer gebrekkige telecommunicatie, en eigenlijk vooral vanwege het betere weer. Mysterieus fenomeen, zoals de vogeltrek.
Op een gure grijze december-ochtend in 1995, in het donker aangekomen in de grote, méga-grote, onpersoonlijke betonnen kolos waar wij trachtten zieke mensen te genezen alsook een bescheiden bijdrage aan de wetenschap te leveren, vertelde ik het mijn collega, kamergenoot en goede vriend als eerste:” jongen, ik heb besloten er mee te kappen hier, ik ga naar Spanje”. Hij schrok, zijn eerste reaktie was er een in de trend van: “weet je wel wat je hier allemaal weggooit? En wat verwacht je daar?” “Lekker weer, minder stress, meer vrijheid, nieuwe uitdaging antwoordde ik”. “Lekker weer, bromde hij, weet je wel waar we ons hier mee bezighouden, begin jij over lekker weer. Ben je soms latent UV-afhankelijk depressief?” Typische manier van uitdrukken van mijn gewaardeerde collega die me later weer te binnen schoot toen ik mij verwonderde over het fenomeen overwinteren.” Ik ben helemaal niet depressief mompelde ik”, ontevreden over de slechte onderbouwing die ik zojuist voor mijn belangrijke besluit had gegeven.
“Latent UV-afhankelijk depressief”, niet mijn woorden, niet mijn ding. Dacht ik. Wel een zeer plausibele verklaring voor het trekgedrag van de overwinteraars uit Noord-Europa. En voor hen die zich hier definitief vestigden, zoals ikzelf. Het UV-licht van de zon maakt ons blijer. Lange tijd weinig zonlicht maakt velen chagrijnig en doet sommigen neigen tot depressie. De zogenaamde winterdip. Zonlicht op onze huid zorgt voor de aanmaak van vitamine-D, behalve goed voor het humeur ook goed voor de botten en belangrijk voor het afweersysteem. Overwinteraars zijn vaak 65-plussers, de groep die in beweging moet blijven om niet aan fitheid in te boeten. 45 Minuten wandelen per dag, is voor jong en oud de optimale training om normaal fit en gezond te blijven. Aangetoond goed voor het functioneren van de hersenen, voor hart en vaten, voor coordinatie, spieren en gewrichten. En om suikerziekte tegen te gaan. Overwinteraars wandelen veel, op de boulevard, in de zon. In Nederland zouden velen van hen het grootste deel van de winter noodgedwongen binnenshuis hebben doorgebracht, al dan niet achter de geraniums. Of iets gebroken hebben, op de gladde stoep. De Nederlandse ziektekostenverzekeraars zouden eens serieus in overweging moeten nemen of de overwinteraars niet een bonus kan worden toegekend, voor hun uitermate gezonde leefstijl!
Waarschijnlijk is die UV-afhankelijkheid inderdaad de belangrijkste drijfveer voor de trek naar het zonnige Zuiden en geldt dat in enige mate voor ons allemaal hier, bewust of onbewust. Dat maakt dat mensen uit hun eigen omgeving vertrekken en zich, soms tijdelijk, soms definitief vestigen in zonniger streken. Vreemde eenden in een vreemde bijt, op een kluitje bij elkaar, kwakend in hun eigen taal. Maar wel vrolijk, en gezond!
Vond u deze column de moeite waard? Klik hier en deel onze faceboek pagina, volg hem, en vind hem leuk dan blijven u en uw facebook-vrienden op de hoogte, DANK